Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ben ik dan een zee, of [35]walvis, dat Gij om mij [36]wachten zet? 35. Zie van diens kracht en geweld onder hfdst.41:. 36. Te weten, door dit grote lijden, hetwelk mij van alle kanten omsingelt en mijn gemoed dag en nacht pijnigt; hij wil zeggen dat God daardoor scheen hem te willen intomen, opdat hij niemand kwaad deed, gelijk alsof hij een zee of zeemonster ware, die door de duinen, klippen en diepten binnen haar palen gehouden moet worden, opdat zij den mensen geen schade aandoen.